Omschrijving
De gemeente is in het Sociaal Domein verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo en Jeugdzorg. Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor de Inkomensondersteuning en de (re-)integratie naar werk. Sinds 2022 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wet Inburgering .
Wat willen wij bereiken?
In het aangescherpt Sociaal Kompas zijn de gemeentelijke doelstellingen op het sociaal domein vastgelegd. Deze doelstellingen en de inspanningen die daaraan bijdragen, zijn onderling sterk verweven en omvatten ook (delen van) programma's 4, 5 en 7. De verdeling naar programma's en taakvelden is (ook financieel) zo zorgvuldig mogelijk gemaakt maar doet niet altijd recht aan de (verweven) werkelijkheid. De noodzaak om binnen het programma Sociaal domein steeds kritisch te bekijken hoe opbrengsten en uitgaven meer met elkaar in evenwicht kunnen worden gebracht blijft van kracht.
Dit hoofdstuk van de begroting richt zich op alle inspanningen van de gemeente op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Participatiewet, de Jeugdwet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). In financiële omvang is dit het grootste programma van de begroting.
De gemeente heeft omvangrijke wettelijke taken binnen dit programma:
- Zorgdragen voor een effectief laagdrempelig en preventief ondersteuningsaanbod voor kinderen en hun ouders die problemen ervaren bij het opgroeien of opvoeden.
- Schuldhulpverlening bieden en bijzondere bijstand en bijstandsuitkeringen verstrekken.
- Effectieve toeleiding naar en ondersteuning bij arbeidsparticipatie voor iedereen die dat nodig heeft. Voor de doelgroep die meer ondersteuning en begeleiding nodig heeft dan op een reguliere werkplek kan worden geboden, is het de verantwoordelijkheid van de gemeente om die arbeidsplaatsen te creëren (het zogenoemde ‘beschut werk’).
- Inwoners toegang bieden tot een antidiscriminatie voorziening. Dit is een organisatie die klachten van inwoners registreert en onafhankelijke bijstand verleent aan deze inwoners in de afwikkeling van hun klachten.
- Bevorderen van het zo lang mogelijk zelfstandig wonen van mensen. de Wet Verplichte GGZ en de Wet Zorg en Dwang leggen deze verantwoordelijkheid vast.
- Verstrekken van individuele voorzieningen aan kwetsbare inwoners die hiervoor een indicatie hebben (Wmo en Jeugdwet) .
- Toegang organiseren tot de ondersteuningsvormen waarvoor zij verantwoordelijk is. Met toegang wordt het hele proces van informatievoorziening en advies, cliëntondersteuning, gespreksvoering, toewijzing, overdracht, coördinatie van de ondersteuning en nazorg, bedoeld.
- Uitvoering van de nieuwe Wet Inburgering.
Behalve het conform de wet uitvoeren van deze taken, heeft de gemeente middels het Sociaal Kompas verdere invulling gegeven aan de haar gegeven beleidsruimte. Ambitie hierin is dat de gemeente Samen met inwoners en allerlei partners wil bereiken dat inwoners het lukt om alledaagse taken zelf te doen, weten waar zij hulp kunnen vragen als het even niet lukt en het gevoel hebben de baas te zijn over hun eigen leven. Dit gaat de gemeente onder andere doen door:
- Inwoners te helpen die dit het hardst nodig hebben.
- Inwoners te ondersteunen om zoveel mogelijk op eigen benen te staan.
- Inwoners sneller ondersteuning te bieden zodat problemen niet groter worden
- De samenwerking met onze partners verder te versterken.
- Te kijken hoe ondersteuning kan worden gecombineerd zodat inwoners met minder verschillende hulpverleners te maken krijgen.
- Specifiek voor kinderen geldt dat ze veilig, gezond en kansrijk op moeten kunnen groeien. Verschillen in afkomst of achtergrond mogen daarbij niet uitmaken. Dit is natuurlijk in de eerste plaats een verantwoordelijkheid voor hun ouders. Ook het maatschappelijk middenveld kan hier een belangrijke rol spelen. Maar als het nodig is kunnen ook zij rekenen op steun van de gemeente en welzijnsorganisaties.
- Voor onze senioren geldt dat het mogelijk moet zijn om zelfstandig thuis te blijven wonen, zolang ze dat zelf kunnen en willen. Waar nodig en gewenst ondersteunen we deze inwoners. Niet alleen met voorzieningen, maar ook met aandacht: met mensen die eenzaam zijn gaan we in gesprek.
Indicatoren
Nr. | Naam | Eenheid | Peiljaar | Waarde | Bron |
---|---|---|---|---|---|
21 | Banen | per 1.000 inwoners 15-65 jaar | 2021 | 466,4 (landelijk 805,5) | CBS Bevolkingsstatistiek / LISA bewerking ABF Research |
22 | Jeugdcriminaliteit | % 12 t/m 21 jarigen | 2020 | 2% (landelijk 1%) | CBS - Jeugd |
23 | Kinderen in uitkeringsgezin | % kinderen tot 18 jaar | 2020 | 7% (landelijk 6%) | CBS - Jeugd |
24 | Netto arbeidsparticipatie | % van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking | 2020 | 67,3% (landelijk 68,4%) | CBS - Arbeidsdeelname |
26 | Achterstand onder jeugd - Werkloze jongeren | % | 2020 | 7% (landelijk 2%) | CBS - Jeugd |
27 | Personen met een bijstandsuitkering | Aantal per 10.000 inwoners van 18 jaar en ouder | 2021 | 448,4 (landelijk 431,2) | CBS - Participatiewet |
28 | Lopende re-integratievoorzieningen | Aantal per 10.000 inwoners van 15 – 65 jaar | 2020 | 253,2 (landelijk 202,0) | CBS - Participatiewet |
29 | Jongeren met jeugdhulp | % van alle jongeren tot 18 jaar | 2021 | 13,0 (landelijk 12,9) | CBS - Jeugd |
30 | Jongeren met jeugdbescherming | % van alle jongeren tot 18 jaar | 2021 | 1,1% (landelijk 1,2%) | CBS - Jeugd |
31 | Jongeren met jeugdreclassering | % van alle jongeren van 12 tot 23 jaar | 2021 | 0,5% (landelijk 0,3%) | CBS - Jeugd |
32 | Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo | Aantal per 10.000 inwoners | 2021 | 510 (landelijk 649) | CBS - Monitor sociaal domein Wmo |
Toelichting op de indicatoren
21 | Banen |
---|---|
Onder een baan wordt een vervulde positie verstaan. Dit betreffen zowel fulltimers, parttimers als uitzendkrachten. De indicator betreft het aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 tot 65 jaar. |
22 | Jeugdcriminaliteit |
---|---|
Het percentage jongeren (12 tot 21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS. |
23 | Kinderen in uitkeringsgezin |
---|---|
Het percentage kinderen tot 18 jaar die in een gezin leven dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. Bijstandshuishouden is een huishouden waarvan minimaal één lid een bijstandsuitkering ontvangt. Onder bijstand wordt hier uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) verstaan. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS. |
24 | Netto arbeidsparticipatie |
---|---|
Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking. |
26 | Achterstand onder jeugd - Werkloze jongeren |
---|---|
Personen van 16 t/m 22 jaar die als werkzoekende staan ingeschreven bij het UWV Werkbedrijf en tegelijkertijd geen baan hebben als werknemer volgens de Polisadministratie. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS. |
27 | Personen met een bijstandsuitkering |
---|---|
Het aantal personen met een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014) en de Participatiewet (vanaf 2015). De uitkeringen (leefgeld) aan personen in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook de uitkeringen aan dak- en thuislozen zijn niet inbegrepen. |
28 | Lopende re-integratievoorzieningen |
---|---|
Het aantal re-integratievoorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15 tot 65 jaar. |
29 | Jongeren met jeugdhulp |
---|---|
Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. Jeugdhulp is de hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. |
30 | Jongeren met jeugdbescherming |
---|---|
Jongeren met jeugdbescherming betreft jongeren tot 18 jaar die op enig moment in de verslagperiode een maatregel door de rechter dwingend opgelegd hebben gekregen. Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Dat gebeurt als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan onder toezicht gesteld of onder voogdij geplaatst. |
31 | Jongeren met jeugdreclassering |
---|---|
Het percentage jongeren (12 tot 23 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12 tot 23 jaar). Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 23 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door kinderrechter of de officier van Justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart. De begeleiding kan doorlopen tot de jongere 23 jaar wordt. |
32 | Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo |
---|---|
Aantal per 10.000 inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo-gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 327 deelnemende gemeenten. |