Algemeen

Bestuurlijke samenvatting

Ons huishoudboekje
Op basis van de programmabegroting 2023-2026, de kaderbrief 2023-2026, het Coalitieakkoord 2022-2026, tussentijdse ontwikkelingen en de bestaande plannen voor de komende jaren, is de verwachting dat de gemeente Leidschendam-Voorburg in 2023 een structureel begrotingsresultaat heeft van € 2,1 miljoen voordelig. De gemeente Leidschendam-Voorburg kan met deze begroting in 2023 haar structurele lasten dekken met de structurele baten en voldoet daarmee aan de vereisten van de toezichthouder. In 2024 en 2025 loopt het structurele saldo op tot respectievelijk € 2,4 miljoen en € 6,8 miljoen. De meerjarenraming eindigt in 2026 met een structureel afgerond resultaat van € 3,5 miljoen nadelig.

Omschrijving

2023

2024

2025

2026

Vastgestelde begroting 2022

-6.234

-3.301

383

1.612

Nota van wijziging op de Begroting 2022

1.463

1.341

1.677

1.677

Mutaties in 2022

-175

-175

-75

397

Mutaties kaderbrief 2023 - 2026

1.962

3.590

5.284

238

Begrotingssaldo na kaderbrief 2023 - 2026

-2.983

1.455

7.269

3.925

Coalitieakkoord

-2.314

-2.339

-2.513

-2.421

Exogene en autonome ontwikkelingen

-303

221

144

-2.098

Saldo loon- en prijsontwikkeling kaderbrief 2023-2026

1.563

1.418

1.923

2.077

Kapitaallasten

250

82

-266

445

Amendement kaderbrief 2023-2026

-290

0

0

0

Meicirculaire / algemene uitkering

741

-1.132

226

-5.447

Subtotaal mutaties begroting 2023 - 2026

-352

-1.749

-485

-7.443

Saldo begroting 2023 - 2026

-3.336

-294

6.784

-3.518

Waarvan incidentele baten en lasten (saldo)

5.434

2.662

60

0

Structureel begrotingssaldo

2.098

2.368

6.844

-3.518

Bedragen x € 1.000

Bedragen x € 1.000

Onze zorgen en onzekerheden

Het feit dat 2026 een nadelig saldo laat zien is het gevolg van een, door het Rijk, aangepaste financieringssystematiek van het gemeentefonds waarbij de trap-op-trap-af systematiek (als het Rijk minder geld besteedt, betekent dat eenzelfde ontwikkeling voor de middelen in het gemeentefonds) buiten werking is gesteld, en de mogelijkheid ontstaat van het verruimen van het lokale belastinggebied. Het Rijk en gemeenten zijn hierover nog in overleg. Als de omvang van het begrotingssaldo in 2026 blijft bestaan kan dit grote financiële consequenties hebben en mogelijk leiden tot bezuinigingen.

Van planningsoptimisme naar meer realisme
Al meerdere jaren zit er een aanzienlijk verschil tussen de geraamde uitgaven op basis van de investeringsplanning en de realisatie. Daarom is er een project gestart om de investeringsplanning meer realistisch op te stellen. Dat is een uitdaging omdat ambities gepaard gaan met planningsoptimisme en externe factoren ook van invloed zijn. Hiervoor is een omslag in het plannen van het werk nodig. Er is aandacht voor het risico van stapelen van het doorschuiven van projecten en budgetten die de slagvaardigheid kunnen belemmeren (cumulatie).
In deze begroting is extra nadruk gelegd op het nu al meer realistisch ramen van projecten in het kader van de investeringsplanning. In 2022 vindt een forse aanpassing plaats in de tweede tussentijdse rapportage en de effecten zijn nu ook al zichtbaar voor het investeringsvolume van 2023. De komende periode worden de volgende jaren nader geanalyseerd. Deze analyse komt in de volgende P&C producten terug.

Aanzienlijke gemeentelijke reserves
Ten opzichte van veel andere gemeenten – groot en klein – heeft onze gemeente een flinke financiële buffer. Het betreft hier onder andere een algemene reserve vrij besteedbaar en diverse door de raad ingestelde bestemmingsreserves. Deze bestemmingsreserves zijn onder andere gelabeld voor de energietransitie en duurzaamheid, herstelbeleid, mobiliteit, bereikbaarheid, onderwijshuisvesting en langer zelfstandig wonen. De omvang hiervan maakt het mogelijk dat we fors investeren in belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen, zonder dat ons meerjarenperspectief in de rode cijfers duikt of dat er op andere belangrijke beleidsterreinen ingegrepen moet worden. Het gaat hier altijd om incidentele uitgaven. Het afgelopen jaar zijn er diverse bestedingsplannen door de raad goedgekeurd en de uitvoering is gaande. Het is natuurlijk wel zo dat als de plannen uitgevoerd zijn, onze reserves dan flink zullen krimpen. Maar ondanks dat hebben ze naar verwachting nog steeds een acceptabel niveau en blijft de solvabiliteit ruim boven de 30%.

Reserves (per 31-12)

2022

2023

2024

2025

2026

Algemene reserves

67.410

63.443

62.375

70.406

66.888

Bestemmingsreserves

135.952

130.439

124.973

119.923

115.105

Totaal reserves

203.363

193.882

187.348

190.330

181.993

Bedragen x € 1.000

Deze pagina is gebouwd op 12/28/2022 11:26:50 met de export van 12/27/2022 15:37:18